Woningbouwopgave vraagt anders en slimmer bouwen

De grote woningbouwopgave kan enkel gerealiseerd worden als we ook ‘anders en slimmer’ gaan bouwen. Verdere industrialisatie (automatisering en robotisering) van de productie in fabrieken, slimme digitale ontwerpprocessen, flexibele en demontabele woningbouwconcepten en het gebruiken van standaard modules, worden door minister Ollongren van BZK genoemd in de brief ‘Voortgang versnelling woningbouw’ naar de Tweede Kamer.

Tekst: ing. Frank de Groot

RoboBrick systeem van Vandersanden verlijmt steenstrips bij de productie van prefab casco’s bij Spaansen Bouwsystemen.

“We staan in Nederland niet alleen voor de opgave om in de komende 10 jaar een woningbouwproductie van 900.000 te realiseren, waarbij de behoefte aan betaalbare woningen groot is. Tegelijkertijd zijn er grote duurzaamheidsopgaven, waaronder het reduceren van de CO2-uitstoot, de transitie naar een circulaire economie en het terugdringen van stikstofuitstoot. Met alleen de ‘klassieke’ manier van bouwen gaat het niet lukken om deze uitdagingen te combineren. Gelukkig zijn er veelbelovende ontwikkelingen in de bouwsector richting een andere manier van bouwen”, zegt Ollongren in de brief van 9 juni 2021 aan de Tweede Kamer.

Naast verdere industrialisatie van de productie in fabrieken, slimme digitale ontwerpprocessen en flexibele en demontabele woningbouwconcepten, noemt ze ook het bouwen met biobased materialen als hout, vlas of hennep.

Drie sporen

Om de bouw van de 900.000 woningen te realiseren, zet de minister in op drie sporen:

  1. Via de 14 grootschalige woningbouwgebieden kunnen aankomende tien jaar circa 200.000 woningen worden gerealiseerd (in totaal 440.00 tot aan 2040). Deze gebieden zijn essentieel voor de benodigde schaal en continuïteit in de woningbouw die voor marktpartijen nodig is om te investeren.
  2. Met (een vervolg van) de Woningbouwimpuls wordt ingezet op het sneller bouwen van meer betaalbare woningen door heel Nederland.
  3. Door het creëren van de juiste voorwaarden voor woningbouw zorgen we ervoor dat de woningbouw snel en onder de juiste condities kan plaatsvinden, zoals stikstof en infrastructurele ontsluiting.

Nog steeds fors woningtekort

Sinds het begin van de kabinetsperiode is, met uitzondering van het jaar 2017, elk jaar meer dan de beoogde 75.000 woningen gerealiseerd door nieuwbouw en de transformatie van leegstaande winkels, kantoren en fabriekspanden tot woningen. In het eerste kwartaal van 2021 zijn al 21.000 woningen gerealiseerd, waarvan 19.000 nieuwbouwwoningen. Dit is een stijging van 15% ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar en 19% meer dan twee jaar geleden. De uitbreiding van de woningvoorraad is ondanks de coronacrisis dan ook op peil gebleven.

Ook het aantal verleende bouwvergunningen vertoont een opgaande lijn: vijf kwartalen op rij neemt het aantal bouwvergunningen toe en zijn het eerste kwartaal van dit jaar 18.000 bouwvergunningen verleend. Deze stijgende lijn was ook hard nodig gezien de terugval van het aantal omgevingsvergunningen in 2019 vanwege de stikstofcrisis. Ondanks een flinke toename van de woningbouwproductie loopt deze nog niet in de pas met de alsmaar verdere stijging van de behoefte naar betaalbare woningen.

Sinds de aanvang van deze kabinetsperiode steeg de bevolking harder dan door het CBS was geraamd en is tevens de woningbouw tijdens de crisis achtergebleven. De coronapandemie en de bouw van jaarlijks ruim 75.000 woningen heeft de scherpe stijgende lijn van het woningtekort weliswaar wat getemperd, maar het actuele woningtekort staat voor dit jaar alsnog op 279.000 woningen (3,5% van de woningvoorraad). De verwachting is dat het tekort de komende jaren eerst nog verder zal toenemen tot 2025 om daarna gestaag af te nemen. De komende tien jaar zijn 900.000 extra woningen nodig om woningzoekenden voldoende kans te geven op een goede en betaalbare woning.

Rol van prefabricage

De minister wil de opkomst van ‘slimme’  bouwtechnieken – zoals prefabricage en industrieel bouwen –  stimuleren en optimaal benutten voor het duurzaam en betaalbaar versnellen van de woningbouw. “En ik hoop ook dat het volgende kabinet dat ook zal doen. Het onderwerp leeft namelijk bij steeds meer (markt)partijen en de bereidheid tot samenwerking is groot, getuige bijvoorbeeld de circa 100 organisaties die de City Deal Circulair en Conceptueel bouwen hebben ondertekend”, aldus Ollongren.

Met name van fabrieksmatige woningbouwconcepten wordt een grote bijdrage verwacht aan zowel het verduurzamen als het versnellen en betaalbaar houden van woningbouw. “Ten opzichte van de huidige bouwpraktijk betekent dat er flinke veranderingen nodig zijn. Zo zal de aanpak van nieuwbouw veranderen van projecten ontwikkelen naar producten inkopen en verschuift de productie grotendeels van de bouwplaats naar de fabriek. In plaats van projectspecifieke activiteiten (zoals inkoop of ontwerp), wordt steeds meer projectoverstijgend gewerkt. De kwaliteitsborging verschuift van het bouwkundig toetsen van projecten naar het keuren van producten. Tot slot is de stap van eindige naar biobased materialen nodig om de benodigde duurzaamheidsprestaties te realiseren.”

StartBlock woning op de trailer.

Bijdrage industrieel bouwen aan woningbouwopgave

De combinatie van een slim, flexibel en demontabel ontworpen woningbouwconcept met industriële productie draagt bij aan bijna alle grote opgaven waar de bouwsector momenteel voor staat:

  • Snellere bouw, door kortere doorlooptijd van zowel het voorbereidingsproces als de daadwerkelijke realisatie op de bouwplaats.
  • Beter betaalbare bouw, als gevolg van een meer gestandaardiseerd ontwerp (lagere ontwerpkosten), een meer gestandaardiseerd proces voor de opdrachtgever (lagere interne kosten), een hogere productiviteit (fabrieksmatige productie met minder arbeid) en lagere faalkosten (meer herhaling en lerend vermogen).
  • Schonere bouw, met onder meer een lagere (stikstof)uitstoot door kortere inzet van materieel op de bouwplaats en minder logistieke bewegingen.
  • Meer circulaire bouw, onder meer door efficiënter en inzichtelijker materiaalgebruik als gevolg van seriematige productie met minder afval, door meer ruimte voor onderzoek naar toepassing van biobased materialen, door losmaakbare verbindingen die toekomstig hergebruik mogelijk maken en door een betere digitale registratie van onderdelen (materiaalpaspoort). Meer toekomstbestendige woningen, wanneer concepten flexibel en aanpasbaar worden gerealiseerd en daarmee aangepast kunnen worden aan toekomstige eisen en wensen van gebruikers.
  • Hogere bouwkwaliteit, onder meer als gevolg van meer gestructureerd klantonderzoek, geconditioneerde omstandigheden in de fabriek en kleinere foutmarges, wat de kans op bijvoorbeeld slechte aansluitingen vermindert.
  • Beter voorspelbare energie- en milieuprestaties, als gevolg van het kunnen testen in een geconditioneerde omgeving en digitale vastlegging van toegepaste materialen, waarmee het eenvoudiger wordt om wettelijke normen aan te tonen en garanties te bieden aan consumenten.
  • Beperken van personeelstekorten, onder andere als gevolg van vergrijzing – waarbij door verdere industrialisatie minder mensen meer productie kunnen draaien.

Bron: ‘De woningbouw betaalbaar en duurzaam versnellen’, Programma conceptuele bouw en industriële productie, ministerie BZK, april 2021.