Slimbouwen: Active House, denken in waarde (3)

Artikel delen

House of Tomorrow Today, kortweg HoTT, staat voor twee experimentele woningen die in 2014 respectievelijk 2020 zijn opgeleverd. Ze zijn onderdeel van een zoektocht naar het nieuwe bouwen in een wereld die razendsnel verandert. In deze derde aflevering ga ik in op de visie achter Active House. Volgende keer spits ik die in een afsluitend artikel in deze reeks, toe op HoTT 2.0.

Tekst: Jos Lichtenberg

HoTT

De opvolger van House of Tomorrow Today (HoTT) 1.0 in het Limburgse Montfort: HoTT 2.0.

Net als de eerste versie van HoTT is HoTT 2.0 energiepositief. Letterlijk komt er per jaar een eindafrekening van de energieleverancier waarbij deze een bedrag uitkeert (zie figuur 1). En dat terwijl in het energieverbruik ook de energie is inbegrepen voor 30.000 gereden auto kilometers. Het salderen wordt zoals bekend nationaal uit gefaseerd. Daarom is in HoTT 2.0 alles voorbereid om op termijn zo weinig mogelijk terug te leveren, onder andere door de inzet van batterijen.

Ontstaan van Active House

Energiegebruik is een belangrijk onderdeel van de footprint van een woning. Echter een mono-visie op energie leidt tot minder leefbare woningen. Dat hebben we gedurende enkele decennia struggelen met energiebesparing meermaals kunnen zien. Energiezuinige paradepaardjes uit het verleden leverden vaak tamelijk gesloten ontwerpen op. Ze hadden kleine ramen, soms met isolerende luiken voor de nacht. We zochten in het begin de grenzen van het ventileren op. Soms knepen we te véél. De kieren werden gedicht, maar de ventilatie werd er niet op aangepast. Daardoor ontstonden er problemen met vocht, stank en schimmels en daarmee met longaandoeningen. Nog maar 15 jaar geleden stond de Amersfoortse wijk Vathorst om die reden in een kwaad daglicht. En af en toe kwam je in een door idealisten gebouwde gesloten energiezuinige woning, waarbij een gezellige houtkachel het middelpunt vormde. Maar ook waar je bij binnenkomst door slechte ventilatie werd getrakteerd op een natte kranten lucht. Zo lang geleden is dat allemaal nog niet.

Het was kort na het Vathorst schandaal, dat ik in aanraking kwam met Active House. Ik bezocht in 2009 ’s werelds allereerste Active House in Lystrup, Noord Denemarken en voelde me als het ware op een denkfout betrapt. Waar ook bij mij het energie gericht denken op dat moment bepalend was, werd ik geconfronteerd met een totaal ander huis (Home for Life, zie figuur 2). Een huis met heel veel daglicht, ventilatie en woonkwaliteit en dat toch energie neutraal was. Hoe was dit in hemelsnaam mogelijk?

HoTT

Figuur 1. Energieopbrengst en -verbruik HoTT 2.0 in 2021.

Comfortabel energieneutraal

Inmiddels weten we dat je woningen met alleen verliesbeperking (stap 1 in de Trias Energetica) niet energieneutraal kunt krijgen. Zelfs met extreme isolatiepakketten en energiezuinige bronnen zoals een warmtepomp, hou je een restvraag over. Inmiddels weten we ook dat we die restvraag met PV of andere duurzame opwekking, kunnen afdekken. In Lystrup had men circa 50 m2 zonnepanelen verwerkt. Meer dan je nodig hebt om de gesloten woning  als hiervoor beschreven, van energie te voorzien. Met veel glas en ventilatie verhoog je de woonkwaliteit, maar ook de energievraag. Daarom werd in het Home for Life meer PV toegepast.

Voor mij wierp die benadering een vernieuwend licht op de zaak en werd deze een keerpunt in mijn energie denken. Probleem was wel dat PV in 2009 nog een godsvermogen kostte. Vandaar ook dat het Home for Life op dat moment zo’n eye opener was. Maar kostbaar of niet, ik was verkocht voor het concept en ik ontwikkelde de eerste HoTT conform de Active House beginselen. Ik wilde wat voorheen onmogelijk leek, namelijk energieleverend zijn, ook met de auto op eigen stroom kunnen rijden. Daarom had ik in de eerste HoTT woning bijna 100 m2 zonnepanelen op het dak liggen. Het verhaal is dat ik de wind mee had. PV begon enorm in prijs te dalen en waar ik uitgaande van 50 m2 zo’n € 50.000,- had gereserveerd, hoefde ik in 2013/2014 (de feitelijke bouwperiode) nog maar een kleine € 15.000,- te betalen. En omdat ik evengoed twee omvormers met overcapaciteit nodig had, besloten we het zuid dak maar helemaal vol te leggen: 57 panelen á ruim € 20.000,-. Inmiddels betaal je voor zo’n dak met minder panelen maar met gelijke stroomopbrengst, minder dan de helft. Dat hebben we bij hoTT 2.0 met 42 panelen kunnen vaststellen.

HoTT

Figuur 2. ‘Home for Life’ in Lystrup.

Active House samengevat

Samengevat staat Active House voor een hoogwaardige duurzaamheid in relatie tot energie en milieuaspecten, maar zonder concessies aan gebruikswaarden zoals comfort, gezondheid en akoestiek. De mooiste voorbeelden blinken, net als het eerste project in Denemarken, uit door veel daglicht en gezonde binnen lucht. Alleen het licht kun je in foto’s vangen (figuur 3), maar een topklimaat wordt naast licht, ook bepaald door de luchtkwaliteit en de akoestische eigenschappen. Die zijn in de goede voorbeelden alleen live duidelijk voelbaar. Lucht en geluid laten zich niet fotograferen. Wereldwijd gaat het inmiddels om honderden woningen en (woon)gebouwen. Active House slaat dus aan.

Vertrekpunt HoTT 2.0

Zoals al eerder beschreven ging het er in HoTT 2.0 ook om, om de Active House topkwaliteit te bereiken op een betaalbaar niveau. Internationaal zie je dat de voorbeelden vooral bovenmodale woningen en inmiddels ook andere gebouwen, betreft. Het kan geen toeval zijn, dat we juist in Nederland op zoek zijn gegaan naar betaalbare opties. Voorbeelden daarvan zijn woningen van Van der Hulst Bouwbedrijf uit Lisse en ook het Active House van Bas Hasselaar, voorzitter van Active House NL (zie artikel ‘Active House zet duurzaamheid in ander daglicht’, Bouwtotaal 2019-04, p38-39). Ook met HoTT 2.0 is er nadrukkelijk een ambitie om Active House breder financieel toegankelijk te maken, vandaar ook de link met Slimbouwen.

Wat maakt HoTT 2.0 tot een Active House?

daglicht

Figuur 3. Overvloedig daglicht. Foto gemaakt in HoTT 2.0, lichtstraat boven trap.

Allereerst is het huis niet ‘slechts’ ontworpen om goedkoop en energieleverend te zijn. Het vertrekpunt is waardecreatie en dus vooral een fijn huis, waar je graag woont. De begrippen comfort en gezondheid komen al snel boven drijven, maar ook begrippen als gebruiksgemak, sfeer, gezelligheid, et cetera. In Denemarken werd ik destijds geraakt door het woord Live-ability, wat aangeeft dat het primair om de kwaliteit van wonen moet gaan. De fundamentele vaststelling moet zijn, dat een woning als een fijne jas moet voelen en dat technologie dient om dat te ondersteunen. En niet dat een woning een brok techniek is, waarin je ook nog een beetje moet kunnen wonen. Dat is geen harde definitie, maar het creëren van waarde raakt wat mij betreft wel het wezen van Active House.

In deel 4 zal ik gedetailleerder ingaan op allerlei onderdelen die HoTT 2.0 tot een Active House maken, zoals het overvloedige daglicht, onder andere boven de trap (figuur 3), het weren van warmte in de zomer en ook de ventilatievoorzieningen voor een top indoor kwaliteit, onder andere met behulp van nachtkoeling. Dat laatste ook in relatie tot licht bouwen, dat met de noodzaak van industrialiseren en terughoudend omgaan met materialen, de toekomst heeft. Zoals ik zal laten zien hoeft een woning niet zwaar te zijn, met alle voordelen van dien.

Voor wie nu al meer van Active House wil weten, er is een Nederlandse afdeling. Zie www.activehousenl.info.Voor het internationale beeld, zie www.activehouse.info.

Wordt vervolgd!

HoTT

HoTT 2.0.

De Active House Radar

Het inzicht om vanuit de gebruiker duurzaam te ontwerpen is de kern van Active House. Duurzaamheid is geen synoniem voor pijnlijden. Vanuit Active House is er een instrument ontwikkeld om in één oogopslag een beeld van de prestaties van een project te geven. Het spinnenweb diagram in deze figuur wordt in Active House kringen ‘De Radar’ genoemd. Deze geeft een beoordeling op 9 onderdelen verdeeld over drie clusters: Comfort, Energie en Milieu. Het voorbeeld toont een radar indicatief opgesteld voor HoTT 2.0.

Hott

Informatie over de auteur:

Jos Lichtenberg was tot 2016 hoogleraar productontwikkeling aan de TU Eindhoven. Nu is hij dus emeritus. Hij is al vele jaren actief met innovatie en het hier besproken HoTT project en het Slimbouwen zijn daarvan sprekende voorbeelden. Van beide is hij initiatiefnemer. Op dit moment is hij via LL040 BV mede-initiatiefnemer van Living Lab in Eindhoven. Een concrete plek met 119 probeer woningen, waar in brede zin wordt gezocht naar oplossingen voor de stad van morgen.

Serie artikelen over HoTT 2.0

  1. Zoektocht naar het bouwen van morgen. Achtergronden van HoTT en met name de recent gerealiseerde 2.0 versie in het Limburgse Montfort. Daarbij is duidelijk gemaakt dat bij de realisatie twee visies bijeenkomen: ‘Slimbouwen’ en ‘Active House’. BouwTotaal nummer 12, december 2021
  2. Het scheiden van leidingen. Hoe is HoTT 2.0, op basis van de eigen Slimbouwen beginselen, zeer concurrerend gerealiseerd. BouwTotaal nummer 3, maart 2021