Milieu-impact van thermoskussens veel minder dan gangbare vloerisolatie
Dat het isoleren van vloeren helpt om de energierekening omlaag en het wooncomfort omhoog te brengen, is voor iedereen wel duidelijk. Maar met welke materialen die vloerisolatie wordt bereikt, staat voor iedereen vrij. Althans, zo lang de normen van de MPG (MillieuPrestatie Gebouwen) maar worden gehaald. Omdat deze norm steeds verder daalt – sinds vorig jaar juli 0,8 – loont het om ook bij vloerisolatiematerialen te kijken naar zo min mogelijk milieubelasting. Uit een rapport van W/E Adviseurs uit Eindhoven in opdracht van TONZON blijkt dat het vloerisolatiesysteem van het Twentse bedrijf ruim onder die norm zit, zeker ten opzichte van gangbare isolatiematerialen. Ton Willemsen van TONZON legt uit hoe dat zit.
In steeds meer nieuwbouwwoningen wordt vloerverwarming aangelegd, omdat deze woningen aardgasloos worden gebouwd. Wat Ton Willemsen betreft eindigt daarmee meteen het goede nieuws, want hij ziet hierbij een flinke discrepantie in de regelgeving. “In de huidige nieuwbouwregels, die sinds 1-1-2021 van kracht zijn, bedraagt de norm voor begane grond vloeren slechts Rc = 3,7 m² K/W. En dat terwijl Milieu Centraal adviseert bij vloeren met vloerverwarming minimaal Rc = 5,0 m² K/W toe te passen. Anders verdwijnt er te veel warmte naar de bodem of de kruipruimte, zo stellen ze op hun website. Hier spreken twee overheidsinstanties elkaar dus tegen.”
MilieuPrestatie Gebouwen
Maar er zijn meer variabelen om te kijken wat je zou kunnen verbeteren aan de milieuprestatie van gebouwen. Daarvoor is de MPG in het leven geroepen, die bij elke aanvraag voor een omgevingsvergunning verplicht is. De MPG geeft aan wat de milieubelasting is van de materialen die in een gebouw worden toegepast. Het gaat hierbij om nieuwe kantoorgebouwen (groter dan 100 m²) en om nieuwbouwwoningen.
Willemsen: “We hebben W/E Adviseurs gevraagd een aantal MPG-berekeningen uit te voeren. W/E heeft niet alleen de software voor de MPG-berekeningen gemaakt, maar adviseert ook veel architecten op dit vlak. Wij hebben hen gevraagd een MPG-berekening te maken voor een standaardwoning waarbij wordt vergeleken wat de MPG is een betonnen vloer met EPS-isolatie en een houten vloer met het TONZON-systeem.”
W/E heeft in de berekeningen, die eerder deze maand op de Vakbeurs Energie in Den Bosch zijn gepresenteerd, 9 varianten doorgerekend. Deze variëren van een betonnen vloer met EPS met een Rc van 3,7 tot aan een houten vloer met het TONZON-systeem met een Rc van 10. “De varianten met houten vloer met TONZON Thermoskussens hebben zowel de laagste MPG-score als de laagste CO2-emissie. De houten vloer met TONZON (Rc 10) scoort meer dan een factor 4 lager op de MPG vergeleken met de betonnen vloer met EPS (Rc 10) en bijna een factor 3 lager dan de betonnen vloer met TONZON (Rc 10)”, aldus het rapport. De onderzoekers tekenen wel aan dat de begane grondvloer en vloerisolatie een erg klein aandeel hebben in de totale MPG-score van het gebouw. De onderdelen van de begane grondvloer wegen bij de referentievariant (betonnen vloer met eps en een Rc van 3,7) mee voor 2,3% van de totale MPG-score. “Desondanks kan de totale CO2 footprint van de woning met 5% worden beperkt door een andere begane grondvloer te kiezen”, voegt Willemse hier nog aan toe.
Weloverwogen keuze
Met deze berekening wil Willemsen laten zien dat er meer keuzes zijn voor vloerisolatiesystemen bij nieuwbouw. “En er moeten de komende jaren veel nieuwe woningen gebouwd worden, dan is het maar beter dat dit zo toekomstbestendig mogelijk wordt gedaan. Dat is, zo blijkt uit het onderzoek, dus met houten vloeren en TONZON, maar ik begrijp best dat niet iedere architect en bouwer daarop zit te wachten. Dankzij deze berekening kan hij een weloverwogen keuze maken.”
Eén van de andere aspecten die de milieu-impact van begane vloeren beïnvloedt, is mobiliteit. Willemsen: “Je moet eens weten hoeveel vrachtwagens er nodig zijn om een betonvloer te storten. Dat gaat al snel over vijf, zes vrachtwagens per huis. Al die vervoersbewegingen worden echter nu nog onvoldoende meegenomen in de MPG-score.”
Vochtig gat in de grond
Er zit nog een opvallend punt bij de begane grondvloeren in Nederland, zo stelt Willemsen vast. “We bouwen woningen boven een vochtig gat in de grond. Dat vinden we in Nederland blijkbaar normaal en dan is EPS inderdaad beter geschikt dan bijvoorbeeld steenwol wat we voor andere isolatie gebruiken. Immers, verdampend vocht tast de wol snel aan en verpulvert het, terwijl EPS blijft bestaan. Ons systeem kan ook goed tegen vocht, maar wij vinden al jaren dat de vochtdoorlatendheid van begane grondvloeren veel te hoog is. Dat is namelijk 1,3 liter per dag onder standaard condities. Maar wel in dampvorm, dus je ziet het niet. En dat moeten bewoners wel weg ventileren. Nu is het wel geregeld dat dit permanent moet worden gedaan, maar wij vinden dat je niet permanent zou moeten ventileren om de constante aanvoer van vocht het hoofd te bieden. Laat dat vocht helemaal niet binnenkomen. Die norm had men ook kunnen stellen. Want dat doen we toch ook met daken. Dan zeggen we toch ook niet: ach, er mag wel een pannetje per dag aan water binnenvallen.”
Om de Nederlandse ambitie van 900.000 nieuwe woningen in 2030 te realiseren op een energiezuinige manier is ook veel vloerisolatiemateriaal nodig met een zeer hoge isolatiewaarde. TONZON heeft daar op geanticipeerd en heeft inmiddels een productie-eenheid gereed die vol kan draaien. “Op dat moment kan onze fabriek zoveel TONZON-folie per minuut produceren dat dit gelijkstaat aan twee volle vrachtwagens. Dat is echter op dit moment nog niet aan de orde, omdat de markt nog niet zoveel afneemt We draaien overigens een uitstekend jaar, want we hebben een groei van 93% over de eerste 9 maanden ten opzichte van dezelfde periode in 2021”, besluit Willemsen.
“We moeten bij vloerisolatie meer omdenken.”
TONZON
www.tonzon.nl