Bouwfouten

Artikel delen

Scheuren in de achtergevel

In de achtergevel van een woning verschijnen na de oplevering lichte scheu-ren. Nu, 2 jaar na de oplevering, lijkt de scheurvorming nog steeds toe te ne-men. De aannemer geeft aan dat de scheurtjes geen constructieve oorzaak en gevolgen hebben en dat hij er om die reden niets aan gaat doen. Na onderzoek blijkt het doorbuigen van de verdiepingsvloer de oorzaak van de scheurtjes.

gevelaanzicht

Door: Jos van Leeuwen, Bureau voor Bouwpathologie BB

Uitgangspositie

Het gaat om een geschakelde woning met een op de verdiepingen terugspringende achtergevel. De verdiepingsvloeren bestaan uit kanaalplaat vloerelementen. De ach-tergevel betreft een buitenspouwblad van baksteen en een houtskelet binnenspouw-blad. De achtergevel is gedilateerd ten opzichte van de zijgevels.

scheurvorming

scheurvorming

Problematiek

Het buitenspouwblad van de terugspringende gevel is na de oplevering verticale en diagonale scheurtjes gaan tonen. De scheurtjes tonen zich tussen- en in de omge-ving van de gevelkozijnen. Omdat de gevel wit is geschilderd, vallen de scheurtjes extra op. Plaatselijk beginnen mos en algen zich te nestelen op de scheurtjes.

Omdat de aannemer stelt dat de scheuren geen constructieve oorzaak en gevolgen hebben en hij daarom ook geen herstel gaat uitvoeren, zijn de eigenaren ten einde raad. De eigenaren stellen de aannemer voor om een derde partij naar de scheuren te laten kijken. Op voorwaarde dat de conclusie van dat onderzoek door beide partij-en wordt geaccepteerd, stemt de aannemer direct met dit voorstel in.

Om een onafhankelijk onderzoek en advies omtrent de scheurenproblematiek te krijgen, is het Bureau voor Bouwpathologie BB in de arm genomen. De Bouwpatho-loog is de zaak ter plaatse en aan de hand van interviews, waarnemingen, metingen gaan onderzoeken.

Onderzoek

Wanneer de Bouwpatholoog de achtertuin in loopt, krijgt hij een beeld van de achter-gevel. De achtergevel is, ter plaatse van de hoeken met de zijgevels, gedilateerd. De gevelkozijnen van de 1e en de 2e verdieping bevinden zich recht boven elkaar, zie foto. Vervolgens gaat de Bouwpatholoog de gevel van dichtbij bekijken en onder-zoeken. De gevel toont horizontaal, via de voegen verlopende scheuren maar ook verticale door de steen verlopende scheuren. De verticale scheuren lopen van ge-velkozijnen op de 1e naar de gevelkozijn op de 2e verdieping. Ook lopen ze van de kozijnen op de 2e verdieping naar de dakrand van het hoge platte dak. De horizontale scheuren tonen zich voornamelijk aan de bovenzijde van de gevelkozijnen op de 2e verdieping. De locatie en het verloop van de scheuren vertellen de Bouwpatholoog al heel veel omtrent de oorzaak.

Middels een waterpasinstrument wordt een lintvoegmeting uitgevoerd. Hieruit blijkt, zoals de Bouwpatholoog reeds vermoedde, dat de gevel in het midden (van het vloerveld) circa 11 millimeter is doorgezakt. Omdat de eigenaar last van hoogtevrees heeft, komt hij niet op het platte dak en kan hij dus de lintvoegmeting niet meema-ken. De aannemer die het onderzoek bijwoont geeft aan dat hij dit doorzakken ge-makkelijk aan de eigenaar kan verklaren. Hierop geeft de Bouwpatholoog aan dat niet de aannemer de uitleg moet geven maar dat hij, de Bouwpatholoog, daarvoor is ingeschakeld.

Wanneer iedereen weer beneden aan de tafel zit geeft de Bouwpatholoog uitleg om-trent de oorzaak van de scheuren in de achtergevel. Doordat de baksteen achterge-vel op een kanaalplaat vloerelement staat is dat ene element sterker door gaan bui-gen dan de andere platen. Dit doorbuigen is langzaam ontstaan omdat de gevel steen voor steen is opgebouwd en daarmee het gewicht op die ene plaat ook steen voor steen is toegenomen. De doorbuiging van de vloerplaat heeft ervoor gezorgd dat de achtergevel in het midden van het vloerveld niet meer afsteunt op de kanaal-plaat. Hierdoor zal het metselwerk willen inzakken. Doordat de gevelkozijnen recht boven elkaar zitten, is de gevel al redelijk “geperforeerd” waardoor de kleine stukken metselwerk gemakkelijk doorbreken en de scheurtjes zichtbaar worden. Deze ver-vorming van de kanaalplaat is eindigend en dus ook de scheurvorming in de gevel.
De aannemer geeft aan dat hij dit ook wel had kunnen vertellen. Hierop reageert de Bouwpatholoog met de opmerking dat hij dit tijdens of liever voor de oplevering had moeten doen. Er was dan mogelijk een hoop ongerustheid voorkomen geworden.

De eigenaar geeft aan dat de gegeven uitleg duidelijk en voor hem begrijpelijk is, maar vraagt of de doorzakking echt zo groot is als dat de Bouwpatholoog aangeeft.
Hierop stelt de Bouwpatholoog voor om in de woonkamer de plafondhoogte (de on-derzijde van de 1e verdiepingsvloer) middels een laserwaterpassing te controleren.
Hierbij wordt vooraf aangegeven dat de afstand tussen de laserstraat en het plafond, ter plaatse van de achtergevel van de verdiepingen kleiner zal zijn dan op een ande-re plek in de woonkamer. Nu hij zo nadrukkelijk bezig is met de doorzakking van die ene vloerplaat ziet de eigenaar ook dat de betreffende plaat een niveauverschil in het plafond geeft, dit had hij eerder nog niet gezien.
Voor alle duidelijkheid geeft de Bouwpatholoog aan dat hier geen sprake is van een constructief probleem dat constructief herstel behoeft. Wel is er sprake van een es-thetisch probleem dat voorkomen had kunnen worden maar ook nog hersteld kan worden.

Herstel

Omdat dit verschijnsel van het doorzakken van de dragende vloer, al langer bekend is in de bouw had de aannemer hier een eenvoudige maatregel op moeten/ kunnen treffen. Wanneer er in het midden van de gevel nog één verticale dilatatievoeg was gerealiseerd was er zeer waarschijnlijk nooit een scheur ontstaan. Dit, doordat de gevel dan in twee kleinere delen was opgedeeld met meer ruimte voor zetting/ wer-ken. Omdat er geen bouwkundig gebrek is, is de aannemer niet tot herstel verplicht. Wanneer de gevel niet geschilderd zou zijn, zou een deel van de scheurvorming niet zijn opgevallen. Wanneer men besluit de scheuren en gescheurde stenen uit te hak-ken en te vervangen is het raadzaam alsnog een verticale dilatatie in de gevel aan te brengen. Hierbij is het van belang dat het metselwerk aan weerszijden van de dilata-tie op een juiste wijze/ verdeling verankerd zit met het binnen spouwblad.
Zowel de eigenaar als de aannemer zijn blij met het onderzoek en de uitslag ervan.
De aannemer geeft aan dat hij desgewenst bereid is om, tegen een gereduceerde prijs, de werkzaamheden uit te voeren. Hierop worden de handen geschud en is er weer een probleem opgelost.

Foto 01: gevelaanzicht
Foto 02 en 03: scheurvorming
Foto 04

Opgesteld door:
Jos van Leeuwen
Bureau voor Bouwpathologie BB

BouwTotaal