Bouwfouten
Nieuw voegwerk of weer opnieuw beginnen?
Tijdens het vervangen van het voegwerk krijgen de voeger en de eigenaar een geschil omtrent het reeds uitgevoerde werk. Het geschil loopt zo hoog op dat de eigenaar besluit het werk stil te leggen en een onafhankelijk bouwkundigadviesbureau een oordeel te laten vellen omtrent het tot nu toe geleverde werk. Na het onderzoek, uitgevoerd door het Bureau voor Bouwpathologie BB, blijkt er veel meer mis te zijn dan de eigenaar zelf al had gezien.
Tekst: Jos van Leeuwen, Bureau voor Bouwpathologie BB
Ontwerp
Het pand betreft een rijksmonumentale boerderij. Omdat de huidige eigenaar de boer-derij met koeienstal laat verbouwen tot woonboerderij laat hij ook de buitengevels op-knappen. De buitengevels zijn opgetrokken in rode baksteen, deze zijn vermetseld met een lintvoeg van circa 8mm en nagenoeg stootvoegloos. Dit type metselwerk vertegen-woordigd de periode waarin er voor het eerst goed maat- en vormvaste bakstenen ge-bakken konden worden.
Dit voegwerk valt buiten de opdracht voor de aannemer. De eigenaar zoekt zelf een voegbedrijf dat in de restauratie werkzaam is en ervaring heeft met dit type voegwerk. Via via wordt hij op een voeger gewezen die ‘veel aan oude panden doet’. Op verzoek van de voeger bepaalt de eigenaar de kleur van het nieuwe voegwerk. Er komt een witte voeg van een vrij grove samenstelling in.
Problematiek
Wanneer de aannemer van de verbouwing alle gevelkozijnen heeft vervangen en wijzi-gingen aan de gevels heeft uitgevoerd, wordt de voeger gevraagd zijn werk uit te komen voeren. De voeger begint met het verwijderen van het oude voegwerk. Dit doet hij met een haakse slijper en een pneumatisch hakhamertje. De gevels worden niet gereinigd of onder hogedruk schoongespoten, maar met een tuinslang en een borstel schoonge-veegd.
De eigenaar is tevreden over de voortgang van het gevelwerk. De voeger geeft aan dat hij de stootvoegen ook gelijk maar net zo breed als de lintvoegen maakt. Dit omdat ‘er te-genwoordig niet meer van die smalle voegspijkers zijn als vroeger’. De eigenaar weet niet beter en vindt het prima. Eigenlijk vindt hij gelijke voegen ook mooier dan die hele smalle stootvoegen.
Het voegwerk wordt met een platvolle voeg uitgevoerd. Na enkele dagen krijgt de eige-naar het gevoel dat het resultaat niet overeenkomt met hetgeen hij had verwacht. De gevels tonen witte vegen/ vlakken en het metselwerk is plaatselijk nogal besmet met uit-geharde voegmortel. Wanneer de eigenaar de voeger erop aanspreekt, zegt deze dat hij daar niets aan kan doen en dat de gevels vanzelf wel schoon verweren. Hierdoor ontstaat het geschil.
Om een onafhankelijk onderzoek en advies omtrent de problematiek te krijgen, heeft de eigenaar het Bureau voor Bouwpathologie BB in de arm genomen.
Onderzoek
De voegwerkproblematiek is voorafgaande aan het onderzoek met de eigenaar bespro-ken. Wanneer de bouwpatholoog rond de boerderij loopt ziet hij direct meer zaken die niet goed zijn dan alleen de besmette gevels.
Eén van de gevels is door de voeger nog niet onderhanden genomen. Hier is het originele metsel- en voegwerk te zien (foto 01). Op deze gevel is ook goed te zien dat de aannemer van de verbouwing, het gevel metselwerk niet met de juiste stenen en verdeling/ gevoel heeft aangeheeld
Wanneer de Bouwpatholoog het nieuwe voegwerk onderzoekt, ziet hij dat het uitslijpen van de oude voegen, erg veel beschadigingen aan de omliggende bakstenen heeft ver-oorzaakt (foto 03 en 04).
Vervolgens beklopt de Bouwpatholoog het nieuwe voegwerk. Hierbij wordt vastgesteld dat op meerdere plaatsen het voegwerk holklinkend is. Dit betekent dat de voegen niet
volgezet zijn met voegmortel. Het gevolg hiervan is dat op (korte) termijn het voegwerk los zal komen en zal wegvallen. Ter plaatse van holklinkend voegwerk prikt de bouwpa-tholoog met een schroevendraaier een gat in het voegwerk waarna een holle ruimte ach-ter het nieuwe voegwerk zichtbaar wordt (foto 05). Plaatselijk is het oude voegwerk en zijn de stootvoegen zo ondiep uitgeslepen dat het nieuwe voegwerk reeds is weggeval-len (foto 06).
Al het voegwerk overziend komt de Bouwpatholoog tot het oordeel dat het geschil omtrent de vervuiling van de gevel door de uitgeveegde natte voegmortel en aanhechting van gevallen voegmortel inderdaad niet voor mag komen en daarom niet geaccepteerd hoeft te worden.
Echter, er zijn veel ernstiger problemen welke door de voeger zijn veroorzaakt. Dit zijn met name de beschadigingen aan de bakstenen veroorzaakt tijdens het uitslijpen van het oude voegwerk. De stenen zijn daarbij dusdanig beschadigd/ ingeslepen dat zij vervangen zouden moeten worden. Het niet vol en zat voegen heeft tot gevolg dat in de (nabije) toekomst er gaten in het voegwerk zullen gaan ontstaan.
Het uitslijpen van de oude voegen en het aanbrengen van het nieuwe voegwerk is niet vakkundig uitgevoerd, zeker niet in de kwaliteit welke men van een restauratievoeger mag verwachten. Maar bovenal merkt de Bouwpatholoog op dat de voeger, door het uit-slijpen van de stootvoegen het karakter/ kenmerk van het originele metselwerk ver-woest heeft.
Herstel
Omdat door het uitslijpen van de stootvoegen het karakter van het metselwerk is verdwenen, zal geen enkel herstel het originele karakter weer terug kunnen brengen in de gevel. Een aanzienlijk deel van de monumentale waarde is vernietigd.
Herstel zal gaan betekenen dat het gevelaanzicht gedeeltelijk hersteld wordt, namelijk alleen het voegwerk. Dit herstel zal moeten bestaan uit het vervangen van beschadigde bakstenen en weggevallen/ holklinkend voegwerk. Herstel van de beschadigde bakstenen is alleen mogelijk door het uithakken van de beschadigde bakstenen en deze in te boeten met oude stenen van dezelfde hardheid en formaat. Dit is op zichzelf alweer een werk voor een restauratie metselaar.
Ook zal al het holklinkende voegwerk verwijderd en opnieuw aangebracht moeten worden.
De gesmette gevel/ bakstenen kunnen mogelijk middels een zoutzuur oplossing gereinigd worden, hierbij dient wel rekening gehouden te worden met het feit dat deze “schoonmaak” actie over een langere periode (meerdere jaren) een witte uitslag op de gevel kan blijven geven. Al met al een droevig resultaat van ondeskundig handelen door iemand die zich uitgeeft voor iets dat hij in de praktijk niet is.