Schade door de bushalte?

Als je een huis koopt wil je natuurlijk weten of je te maken krijgt met overlast. Ook langskomende bussen kunnen voor overlast zorgen. Allereerst denkt u waarschijnlijk aan geluidsoverlast. Maar hoe zit het met trillingen?

Muur, bushokje en de rijplaat

Tekst: Gerton van Middendorp, Bureau voor Bouwpathologie BB

In deze editie van Bouwgebreken krijgt een bewoner niet alleen last van trillingen, ook blijkt de gevel na verloop van tijd een scheur te vertonen. De bewoner besluit een onafhankelijk bouwkundigadviesbureau, Bureau voor Bouwpathologie BB, erbij te halen om zeker te weten dat de scheur door de langskomende bussen komt.

Onderzoek

De bewoner heeft de woning een aantal jaar geleden gekocht en vermoed dat de scheur in de muur van de berging veroorzaakt wordt door trillingen van langsko-mende bussen. Allereerst is besloten het zelf te laten repareren door een aan-nemer, maar toen de scheur terugkwam besloot de bewoner tot nader onderzoek.

Toen de bouwpatholoog aankwam bleek het om een hoekhuis te gaan. De aange-troffen situatie van dit hoekhuis is als volgt:

Het hoekhuis is op palen gefundeerd. De toegevoegde serre heeft geen gefundeer-de vloer. Tussen het perceel en de openbare weg was de erfafscheiding van origine grotendeels een verdiepingshoge metselwerk tuinmuur zonder een onderbreking voor een deur of een raam. Inmiddels is door de vorige bewoner aan de perceelzij-de van deze tuinmuur een berging gemaakt.

Aan de zijde van de openbare weg grenst de kopgevel van de berging direct aan het trottoir. Tussen het trottoir en de openbare weg bevind zich een bushalte. In de weg is ter plaatse van de bushalte een op palen gefundeerde betonnen rijplaat in het wegdek opgenomen.

Binnen is nauwelijks merkbaar dat er bussen vlak langs de woning af en aan rijden. Echter: als de eigenaar en bouwpatholoog naar buiten gaan via de serre, is het ver-haal van de eigenaar direct voelbaar. Toen er een bus langskwam werden er name-lijk trillingen gevoeld.

Het rode metselwerk waarnaast dilataties bevinden

In de berging is een voorzetwand voor de betreffende muur geplaatst waardoor in eerste instantie de muur niet nader onderzocht kon worden op eventuele scheuren. De opbouw en fundering van de kopgevel was niet van bouwtekeningen af te leiden want de eigenaar had deze niet gekregen van de vorige bewoners. Omdat er binnen weinig te zien was is besloten eerst de buitenzijde te onderzoeken.

Er is maar op één plaats scheurvorming zichtbaar in de gehele muur. De berging bevindt zich overigens maar achter een klein deel van de muur, maar wél ter plaat-se van de scheurvorming. Aangezien het een lange muur is zou gedacht kunnen worden dat de scheur een ‘natuurlijke dilatatie’ is, oftewel een scheur door het uit-zetten en krimpen van het metselwerk. Er lijkt ook een dilatatie gezeten te hebben ter plaatse van de scheur, maar dan is deze wel gevoegd wat normaal gesproken niet wordt gedaan. Dit kan dus al een oorzaak zijn van de scheur.

Het eerste scheurverloop is niet zo goed meer te zien omdat er al een aannemer herstelwerk heeft uitgevoerd. Dit heeft hij gedaan door wapeningsstaal in de mees-te lintvoegen aan te brengen over de gehele hoogte van de verticale voeg.

Verderop in de muur zijn meer ‘kunstmatige’ dilataties gezien. Aan beide kanten van de rode bakstenen bevindt zich een openstaande verticale voeg gezien (foto 2) en ook aan de rechter kant van dit rode deel is een dilatatie gezien, deze is opge-vuld met een flexibel opvullingsmateriaal. Door uitzetten en krimpen van het met-selwerk kan het dus een kant op.

 

Bij de scheur lijkt er dan ook meer aan de hand te zijn. Het metselwerk aan de rech-terzijde van de scheur lijkt naar voren te vallen (foto 03 en 04). Ook de wapening in de lintvoegen is zichtbaar.

Gescheurd metselwerk.

Het was nog steeds niet zeker wat de muuropbouw was, dus is er met een endo-scoop door de scheur in de muur gekeken. Toen was meteen duidelijk dat de muur een binnen- en buitenspouwblad heeft. Op twee plekken is er in de rondte gekeken in de spouw, maar er is maar één anker waargenomen tussen het binnen- en bui-tenspouwblad. Dit is te weinig.

Ook is de rijplaat van de bushalte nader onderzocht. Hierbij is geconstateerd dat de meest voelbare trillingen optreden als de bussen van de rijplaat af rijden. De scheur in de muur bevindt zich dan ook nabij de overgang van de rijplaat op het geasfal-teerde wegdek. Bij deze overgang is een hoogteverschil gemeten van 2 à 2,5 centi-meter.

 

Hoogteverschil tussen de rijplaat en het wegdek

Analyse en oorzaak

De oorzaak van het scheuren van de muur heeft te maken met de trillingen in de grond die door de langskomende bussen worden veroorzaakt. Daarnaast is het naar voren vallen van het muurdeel waarschijnlijk ook te maken met het weinige aantal spouwankers dat zich in de muur bevindt.

Doordat de grond rondom de bushalte verzakt ontstaat een drempel waar de bus-sen steeds op en af moeten rijden. Het oprijden is op zich nog niet zo’n probleem omdat de betonplaat is gefundeerd en daardoor geen of nauwelijks trillingen pro-duceert. Het eraf rijden van de bussen veroorzaakt aanzienlijke trillingen in de grond. Omdat betreffende muur waarschijnlijk op relatief eenvoudige wijze is ge-fundeerd is deze gevoelig voor deze trillingen. Van oorsprong betreft het hier name-lijk een tuinmuur welke later onderdeel is geworden van de berging.

Herstel

Het naar voren komende deel van het metselwerk zal afgebroken en opnieuw op-gemetseld moeten worden. Dit is ongeveer 3 à 4 vierkante meter metselwerk waar dus 12 tot 16 ankers in de spouw zullen moeten komen. Daarnaast zal de wapening in de lintvoegen verwijderd moeten worden en zal de verticale voeg weer openge-houden moeten worden of eventueel opgevuld met een flexibele voegvulling. Het hoogteverschil tussen de betonnen rijplaat en het asfalt zal verkleind moeten wor-den, maar dat zal na verloop van tijd waarschijnlijk steeds weer terugkomen.