Transitieagenda circulaire bouweconomie: waar staan we?

Artikel delen

De Transitieagenda Circulaire Bouweconomie beschrijft de strategie om tot een circulaire bouweconomie te komen in 2050. Het onderliggende uitvoeringsprogramma bevat talrijke mijlpalen, die belangrijk zijn voor de ontwerpende, uitvoerende, toeleverende en adviserende partijen in de bouw. Zo krijgt u vanaf 2023 te maken met uitvragen van de overheid (ook gemeenten) die circulair zijn. Vanaf 2030 zullen alle overheidsaanbestedingen circulair zijn. Ook komt er in 2020 een besluit over een verplicht materialenpaspoort. Het is maar een greep uit de maatregelen waarmee u direct of indirect krijgt te maken.

Tekst: ing. Frank de Groot

Transitieagenda circulaire bouweconomie

Ramen, deuren en vliesgevels van gebouwen die op het einde van hun levensduur zijn gekomen, worden door WICONA / Hydro Group gebruikt voor het produceren van nieuwe aluminium bouwsystemen die meteen voldoen aan de huidige en toekomstige wensen en eisen.

In het programma ‘Nederland Circulair 2050’ is de kabinetsvisie op de circulaire economie neergezet. Doel is om uiterlijk in 2050 een volledig circulaire economie tot stand te brengen. De ambitie van het kabinet is om in 2030 een (tussen)doel te realiseren van 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen).
Eind vorig jaar verscheen het Uitvoeringsprogramma circulaire bouweconomie 2020, als onderdeel van het Nationale Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie 2019-2023 en ‘Nederland Circulair 2050’. Het Uitvoeringsprogramma geeft op een aantal belangrijke onderwerpen weer welke activiteiten ondernomen worden, in aanvulling op bestaande inspanningen. Ieder jaar wordt het programma geactualiseerd en kunnen nieuwe initiatieven worden toegevoegd. “Het uitvoeringsprogramma voor 2020 is weer een stap in de richting van een circulaire economie. De stappen lijken niet zo groot en de top is nog ver weg, maar als je terugkijkt naar waar we vandaan komen hebben wij toch al een hele afstand afgelegd. Samen met het transitieteam zijn we op weg naar die top die moet leiden tot een volledig circulaire economie”, zegt Elphi Nelissen in het voorwoord. Zij is voorzitter van het Transitieteam (zie kadertekst), dat onder meer de voortgang bewaakt. Daarnaast is Nelissen hoogleraar Building Sustainability aan de Technische Universiteit Eindhoven en lid van de Taskforce Bouwagenda.

Transitieagenda circulaire bouweconomie: tussenstand

Het Transitieteam heeft de route uitgezet naar volledig circulair bouwen. Eind 2018 is gestart met het uitvoeren van dit plan in de ‘Transitieagenda’. Er zijn trouwens vijf transitieagenda’s: naast die voor de bouw, ook voor biomassa en voedsel, kunststoffen, maakindustrie en consumptiegoederen. “Hoofddoel is het realiseren van een basiskamp in 2023. Alle instrumenten, hulpmiddelen en voorwaarden moeten dan gereed zijn om de volgende etappes op weg naar de top te kunnen bereiken: een volledig circulaire bouweconomie in 2050. Denk aan meetmethoden, innovaties, werkwijzen en wet- en regelgeving. We werken dus onder tijdsdruk”, aldus Nelissen.
De voorzitter constateert dat circulair bouwen in de belangstelling staat en inmiddels veel aandacht krijgt: “Dat is goed nieuws, maar helaas is dat niet voldoende. Circulair bouwen kun je niet achter het bureau ontwikkelen en in de bouwpraktijk verandert er nog weinig. De marktontwikkeling ligt niet op schema. We weten namelijk nog niet goed wat circulair bouwen concreet betekent. Te vaak wordt circulariteit nog als synoniem gebruikt voor alleen recycling en hergebruik, terwijl de scope veel breder is gedefinieerd in de Transitieagenda. Een gemeenschappelijke taal is nodig, duidelijke definities in combinatie met projecten die op basis van de praktijk laten zien wat circulariteit in verschillende situaties betekent.”

Transitieagenda circulaire bouweconomie

Op het terrein van VDR Bouwgroep in Deventer is een pilotproject van Nexteria gerealiseerd: een volledig circulair en energieneutraal bedrijfsverzamelgebouw.

Oplossingen en innovaties zijn ook nog onvoldoende beschikbaar. Er is ook te weinig praktijkervaring. Nelissen: “We hebben een uniforme meetmethode voor de berekening van de milieuprestatie. Maar deze is nog niet goed bekend en is alleen bij nieuwbouw verplicht. Grote opdrachtgevers, zoals overheden en corporaties, zouden het voortouw moeten nemen. Maar deze partijen blijken als het puntje bij paaltje komt toch vaak huiverig. Niet alleen omdat het onduidelijk is waar ze om moeten vragen, ook juridische, financiële en organisatorische obstakels belemmeren de circulaire uitvraag. De prijs blijft daardoor nog steeds de bepalende keuzefactor bij het tenderproces. Dit staat de vereiste innovatie in de weg.”
Aan de andere kant van de medaille blijken opdrachtnemers terughoudend te zijn met het voorstellen van circulaire oplossingen. “Vaak kunnen ze met conventionele oplossingen aanbestedingen makkelijker winnen. Als dan blijkt dat de nieuwe manier van bouwen niet alleen ingewikkelder is – dat is innovatie in de startfase per definitie – maar ook vaak duurder en riskanter, dan is de keuze snel gemaakt. Overigens kan het daarbij ook zijn dat de initiële kosten weliswaar hoger zijn, maar dat de ‘Total Cost of Ownership’ lager zijn. De praktijk is de daarom beste leermeester en om na 2023 versneld te kunnen opschalen, is veel ervaring vereist. Daarom geeft het Transitieteam in het Uitvoeringsplan Circulaire Bouweconomie 2020 prioriteit aan opdrachtgeverschap en marktontwikkeling”, zegt Nelissen.

Transitieagenda circulaire bouweconomie

Prof. ir. Elphi Nelissen: “Als we de energietransitie niet circulair gaan uitvoeren zijn we dom bezig.”

Uniforme meetmethoden

Wat is nodig voor marktontwikkeling van circulair bouwen? “Belangrijk is stimulering via subsidies en fiscale maatregelen in de opstartfase. Maar ook een uniforme meetmethode en creatieve oplossingen”, antwoordt Nelissen. Allereerst moet volgens de voorzitter in 2020 de vraag ‘Wat is circulair bouwen?’ beantwoord worden en wel op twee manieren. Door het verder uitbreiden van een uniforme meetmethode voor circulaire prestaties, die aansluit op en verankerd wordt in belangrijke instrumenten als MilieuPrestatieGebouw (MPG) en de Nationale Milieu Database (NMD). Zo is er nu een ‘Module D’ in de NMD, waarin de mogelijkheden tot hergebruik en recycling worden meegewogen. De mogelijkheden zijn er dus. Maar daarbij is het succes afhankelijk van de extra benodigde productdata die leveranciers moeten aanleveren.
De meetmethodiek moet zich enerzijds ontwikkelen door maatregelen in de bouwregelgeving, zoals:

  1. uniforme berekening van circulaire maatregelen in de milieuprestatie voor gebouwen;
  2. strengere milieuprestatie-eis in 2021 (van 1,0 naar 0,8) en verdere aanscherping hiervan richting 2030 (0,5);
  3. uitbreiding van het toepassingsgebied van de milieuprestatie (naast woningen en kantoren).

Aan de andere kant ontwikkelt de methodiek zich organisch. Variabelen, zoals losmaakbaarheid, aanpasbaarheid kunnen naar verloop van tijd worden toegevoegd, of afzonderlijk worden toegepast zodra ze zijn geoperationaliseerd. “Dit betekent dat de MPG nog onvolledig is en zich blijft ontwikkelen. Desalniettemin biedt het de mogelijkheid om nu al de circulariteit te bepalen. Tegelijkertijd moeten we ruimte bieden aan innovatieve oplossingen en de dialoog tussen opdrachtgever, ontwerper en bouwer, door circulaire prestaties te faciliteren via instrumentarium van marktpartijen, die zich in de praktijk bewijzen, zoals BREEAM en GPR-gebouwen. Oefening baart kunst. Het is ook een kwestie van gewoon beginnen. Ook al is het misschien niet perfect, doe het in ieder geval zo goed mogelijk.”

zonnepanelen

Zonnepanelen leveren een goede energieprestatie, maar de milieuprestatie is een stuk minder.

Circulair aanbesteden

We moeten er volgens Nelissen ook voor zorgen dat circulair aanbesteden door de publieke sector een vlucht neemt. We zien nu al dat de waterschappen vanaf 2023 circulair gaan uitvragen. Vanaf 2030 moeten dan alle overheidsaanbestedingen circulair zijn. “Dit creëert de noodzakelijke ruimte voor opdrachtnemers om nieuwe methoden in hun aanbiedingen voor te kunnen stellen. In het verlengde hiervan stimuleren we ondernemers om circulaire innovaties te integreren in hun offertes.”
Een andere uitdaging blijken de eisen op het gebied van klimaat, energie, duurzaamheid en aardgasvrij te zijn die de overheid stelt. “Daarom verbinden we in 2020 eisen met elkaar zodat ondernemers houvast hebben om integrale oplossingen te ontwikkelen. Voor integrale oplossingen komen bovendien meer subsidies en budgetten beschikbaar omdat ze beter aansluiten op beleidsdoelen van opdrachtgevers.”

Materialenpaspoort

Belangrijk is tot slot de ontwikkeling van een materialenpaspoort, die in het uitvoeringsprogramma wordt genoemd. Met een materialenpaspoort kun je onder andere inzichtelijk maken welke materialen in een gebouw zijn verwerkt, van welke kwaliteit en op welke wijze. En krijg je bijvoorbeeld ook inzicht in de economische restwaarde van een gebouw. Welke waarde vertegenwoordigen alle materialen die na de gebruiksduur herbruikbaar of recyclebaar zijn? Dat is ook interessant voor toekomstige financieringsmodellen, zoals voor verbouw of nieuwbouw.
“We zijn nog aan het onderzoeken wat de meerwaarde is van bepaalde onderdelen van materialenpaspoorten en over de afstemming met ander overheidsinstrumentarium, zoals de MPG, Wet Kwaliteitsborging (as-built dossier) en DigiDealGO. Er wordt al veel geregistreerd en vastgelegd. De vraag is hoe bestaande data zo goed mogelijk kan worden benut, uitgebreid en opgeslagen en dubbele inspanning vermeden. Dit dient mede als input voor het kabinet dat uiterlijk in 2020 zal besluiten of, en zo ja in welke situaties, een wettelijke verplichting wordt ingevoerd. Als we de energietransitie niet circulair gaan uitvoeren, zijn we dom bezig.”

Transitieagenda circulaire bouweconomie: wat is circulair bouwen?

In de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie lezen we:

‘Circulair bouwen betekent het ontwikkelen, gebruiken en hergebruiken van gebouwen, gebieden en infrastructuur, zonder natuurlijke hulpbronnen onnodig uit te putten, de leefomgeving te vervuilen en ecosystemen aan te tasten. Bouwen op een wijze die economisch verantwoord is en bijdraagt aan het welzijn van mens en dier. Hier en daar, nu en later.’

Toelichting

Wie goed kijkt naar de definitie van circulair bouwen, ziet dat volledig circulair bouwen tevens aardgasvrij én energieneutraal is. Ook behoud van biodiversiteit hoort conform de definitie bij het einddoel 2050. De doelen liggen dus in elkaars verlengde en moeten daarom steeds in samenhang worden beschouwd. Het is bijvoorbeeld contraproductief om bij het streven naar energieneutraliteit niet te kijken naar de circulariteit van alle benodigde isolatie en pv-panelen. Evenzo moet bij aardgasvrij oog zijn voor de consequenties van het materiaalgebruik voor installaties die hun intrede maken. Door uit te gaan van een integraal eisenpakket; naar aardgasvrij, naar energieneutraal én naar volledig circulair, wordt het risico op ‘spijt-oplossingen’ verminderd en kan met vrijwel dezelfde middelen veel meer worden bereikt.

Transitieteam Circulaire Bouweconomie

Eind 2018 is een Transitieteam Circulaire Bouw Economie (CBE) ingericht dat bestaat uit vertegenwoordigers van overheden en de bouw en GWW-sector. Deze professionals op persoonlijke titel sturen het Uitvoeringsprogramma aan. Het Transitieteam komt minimaal vijf maal per jaar bijeen, en wordt geleid door Elphi Nelissen en Esther ’t Hoen in een duo-trekkerschap.

Het Transitieteam bestaat uit: Elphi Nelissen (TU/e) – Voorzitter, Mari van Dreumel (Ministerie van I&W), Sharon van Ede (NVB), Otto Friebel (BRBS), Esther ’t Hoen (Ministerie van BZK), Henkjan van Meer (Unie van Waterschappen), Cécile van Oppen (Copper8), Trudy Rood (PBL), Menno Rubbens (Cepezed / BNA), Niels Ruijter (NVTB), Maarten Schaffner (Witteveen en Bos), Paul Terwisscha van Scheltinga (Woonbedrijf), Annika Trignol (Boskalis), Anke Verhagen (Rabo), Jeroen van der Waal (Gemeente Amsterdam) en Edwin van der Wel (RWS).

Het Transitieteam wordt ondersteund door het transitiebureau: Hans Scherpenzeel, programmamanager CBE binnen De Bouwagenda, Claartje Vorstman, deelprogrammaleider GWW en Hans Korbee, deelprogrammaleider Woning- en utiliteitsbouw(W&U).

Inspiratieboek Circulaire producten en diensten

Er komen steeds meer circulaire producten en diensten beschikbaar, waarmee het gemakkelijker wordt om de stap van de lineaire naar de circulaire bouweconomie te zetten. RVO heeft nu in het kader van het Transitieteam Circulaire Bouweconomie een Inspiratieboek Circulaire producten en diensten uitgebracht.

Transitieagenda circulaire bouweconomie
In het inspiratieboek vindt u een breed scala van producten en diensten die de markt nu te bieden heeft, toepasbaar in de Woningbouw, Utiliteitsbouw en GWW. Van een badkamer-in-een-dag en een groen dak uit afval, tot een lift als dienst en een circulair viaduct.
Het inspiratieboek is een voorloper op een online circulaire catalogus, die in de loop van 2020 beschikbaar komt. Hebt u een circulair product dat, of circulaire dienst die, ook in de online catalogus hoort? Neem dan contact op met W/E adviseurs, Dora Vancso, Adviseur Duurzaam Bouwen, vancso@w-e.nl.

Het inspiratieboek kunt u gratis downloaden via www.circulairebouweconomie.nl. Vul ‘Inspiratieboek’ in het zoekvak in.