Bouwt u al slim?
Stichting Slimbouwen vierde in 2015 haar tienjarige bestaan. De basis voor het gedachtengoed achter Slimbouwen is echter al veel ouder. John Habraken introduceerde in 1961 al het principe van Open Bouwen in zijn boek ‘De dragers en de mensen’. Nu, 55 jaar later, lijkt de bouw eindelijk ontvankelijk te worden voor het gedachtengoed van Open Bouwen en het daarvan afgeleide Slimbouwen. Wordt de bouw nu echt slimmer? BouwTotaal vroeg het aan voorzitter Jos Lichtenberg en directeur Bert Lieverse van de Stichting Slimbouwen.
Tekst: ing. Frank de Groot
Directeur Bert Lieverse (links) en voorzitter Jos Lichtenberg van de Stichting Slimbouwen: ‘De bouwketen wordt door ontwikkelende bedrijven wel ervaren als een keten die in- en opsluit, de letterlijke negatieve betekenis van ketenen dus. Slimbouwen werkt juist bevrijdend!’
Scheiding van drager en inbouw was ooit primair bedoeld om bewoners inspraak te geven bij de wijze waarop ze wilden wonen. De drager was het deel waarbij de bewoner geen inspraak had, de inbouw al hetgeen waarbij dit juist wel zo was. Deze wijze van ontwerpen en bouwen geeft tevens maximale flexibiliteit tijdens de gebruiksfase. Dat is het belangrijkste principe van Open Bouwen. Meer nog dan bij Open Bouwen legt Slimbouwen de nadruk op installaties en leidingen en net als binnenwanden zijn deze daarbij ontvlochten van de drager (meestal het casco), waardoor ze gedurende de gebruiksfase van een gebouw blijvend bereikbaar en aanpasbaar zijn. Deze flexibiliteit verhoogt de bruikbaarheid, technische en economische levensduur van een gebouw. Het casco kan daarbij een levensduur hebben van minimaal 75 tot 100 jaar, terwijl de inbouw na 10 tot 25 jaar vervangbaar is.
‘Voordeel van scheiding van drager en inbouw is dat je de inbouw blijvend kunt actualiseren. Dat is nodig omdat je gezinssamenstelling verandert, er nieuwe bewoners komen of als de functie wijzigt’, zegt Bert Lieverse, die tevens directeur is van de Vereniging Metalen Ramen en Gevelbranche (VMRG). ‘De industrie kan dan deelcomponenten ontwikkelen die oudere versies kunnen vervangen. De soort upgrading die we ook bij software zien. Nu zitten leidingen en kabels ingebakken in de constructie. Een wandcontactdoos of radiator vervangen gaat nog wel, maar dat is zaterdagmiddag flexibiliteit. Een nieuwe cv-ketel lukt ook nog, maar de haarvaten van het systeem zijn onbereikbaar, waardoor ze steeds verder verouderen.’
Vier fasen
‘Maar Slimbouwen gaat veel verder dan de scheiding van drager en inbouw’, merkt grondlegger en bedenker van Slimbouwen, Jos Lichtenberg, op. ‘Het is zinvol om het bouwproces op te knippen in vier fasen: casco, schil, installatietechniek en afbouw. Eventueel kun je de schil nog splitsen voor een gevel- en dakaannemer en de installaties voor de W- en E-installateur. Bij renovatie vervalt de casco-fase en eventueel de schil. Je zou dan met een doos-in-doosconstructie flexibiliteit kunnen creëren. De eigenaar van een bouwfase draagt zijn deel pas over, wanneer deze door de opvolger is goedgekeurd.’
Opsplitsing van het bouwproces in casco, schil, installatietechniek en afbouw en verdergaande prefabricage vragen een veel betere beheersing van het bouwproces dan nu het geval is. Bouwpartners moeten al vroegtijdig met elkaar om tafel om de bouwsystemen op elkaar af te stemmen. ‘Ketenintegratie en toepassing van BIM passen prima binnen Slimbouwen’, zegt Lichtenberg. ‘3D ontwerpen is een belangrijke voorwaarde om de knooppunten goed te beheersen. Vooral bij aansluitingen gaat er veel fout in de bouw doordat we nog teveel in 2D ontwerpen.’
Gevolg van Slimbouwen is ook dat de hoeveelheid bouwafval enorm afneemt: bouwdelen komen immers volledig geprefabriceerd op de bouwplaats aan en snij-, zaag- en hakverliezen zijn minimaal. ‘Door de doordachte wijze van bouwen kun je tevens heel energiezuinig bouwen. Koudebruggen door slechte aansluitingen worden bijvoorbeeld voorkomen. De herbezinning op materiaal- en volumegebruik en de levensduurverlenging ten opzichte van het traditionele bouwen, resulteert in een spectaculaire reductie van de milieubelasting. Je kunt veel lichter bouwen, met geringere constructiediktes, veel minder CO2-uitstoot, minder transport, minder afval en vermindering van fijnstof! Je werkt ook veel efficiënter, waardoor bijvoorbeeld de installateur niet tien keer terug hoeft te komen. Door de doordachte wijze van bouwen nemen tot slot de torenhoge faalkosten in de bouw af tot bijna nul. Uiteindelijk is door al deze voordelen een besparing tot 30 procent op de bouwkosten mogelijk’, zegt Lichtenberg.
Een voorbeeld van leidingen die zullen worden ingestort in beton. Vervolgens ligt de plattegrond vast en heeft de gebruiker weinig keuzes om te maken. Van toekomstige aanpassingen is al helemaal geen sprake meer.
FRED
Wordt er in Nederland al op grote schaal slim gebouwd? Lieverse: ‘Er zijn inmiddels meer dan 70 projecten gerealiseerd volgens de visie van Slimbouwen. Dat is veel meer dan wat andere visies hebben bereikt, maar afgezet op de totale markt nog niet heel veel. Maar een groot aantal projecten in ons land heeft wel één of meer kenmerken van slimbouwen. Het besef neemt toe dat we niet op de oude weg door kunnen blijven gaan. Je moet een markt ook naar relevantie bekijken. Als je het hebt over de toepassing van nieuwe organisatieconcepten dan moet je om een oordeel te kunnen uitspreken kijken naar dat deel van de markt dat doorgaans bezig is met, en open staat voor, vernieuwing. Om in Nederland landskampioen voetballen te worden hoef je ook niet elke competitie te winnen. Kijk dus naar de eredivisie!’
Maar wanneer is een project nu slim? Lichtenberg antwoordt: ‘Om te kunnen beoordelen of een project of product – dat kan ook! – aan de kernwaarden voldoet, heeft Slimbouwen in 2012 een keurmerk ontwikkeld voor projecten, producten en concepten; het Slimbouwen Keurmerk. Sinds 2012 zijn er al diverse keurmerken uitgereikt aan verschillende projecten en producten. Wij belonen alleen items die bijdragen aan het verslimmen van de bouwindustrie. Gebouwen die op niet conventionele wijze van bouwen zijn gerealiseerd, kunnen het keurmerk dragen, mits voldaan aan de vier pijlers, ook wel FRED genoemd: Flexibiliteit, Reductie van materialen en volume, Efficiency en Duurzaamheid. Voor producten en concepten wordt aangegeven in hoeverre zij een positieve bijdrage geven aan het Slimbouwen proces.’
Lieverse benadrukt dat het Slimbouwen keurmerk niet is gebaseerd op een puntensysteem: ‘Een expertcommissie beoordeelt de door inzenders aangeboden producten of projecten op basis van een benchmark. Hierbij krijgt de inzender de kans om aan te geven waarom zijn product, project of concept uniek en innovatief is en hoe het bijdraagt aan FRED. Hierdoor wordt innovatie in de sector gestimuleerd in plaats van afgestraft.’
Een beeld van het project Kraanspoor in Amsterdam. De foto toont typische slimbouwen techniek. Een skelet met vloeren, waar leidingen doorheen kunnen worden geregen, die na aanbrengen van een vloerafwerking (topvloer) en binnenwanden ook achteraf nog kunnen worden blootgelegd.
Ontkoppelen
‘Wij willen bedrijven stimuleren te ontkoppelen’, legt Lieverse uit. ‘Ze moeten producten zelfstandig ontwikkelen die flexibel op andere producten kunnen aansluiten. Hierdoor worden ze breed inzetbaar. Technologie en organisatie moeten meer vrijheid krijgen. Nu zijn de meeste producten nog erg rigide en sluiten ze slecht aan op andere producten. Bijvoorbeeld massieve vloeren en wanden laten niet toe dat je er flexibel leidingen in kunt integreren. We leggen luchtkanalen op of in vloeren, die we later rotsvast in beton storten. Tot die tijd lopen we er ook nog overheen, waardoor de kanalen beschadigen. Die vloeren en wanden zijn dan ook niet ‘slim’. We moeten ook niet per project spelregels gaan hanteren – ik ga bedenken hoe ik snel leidingsleuven in die vloeren en wanden kan frezen – want daar gaat de bouw kapot aan. De bouwketen wordt door ontwikkelende bedrijven wel ervaren als een keten die in- en opsluit, de letterlijke negatieve betekenis van ketenen dus. Slimbouwen werkt juist bevrijdend!’
De Venco Campus in Eersel geldt als een van de paradepaardjes van Slimbouwen. Boven is het project te zien in gerede toestand. Onder is nog te zien dat in het dopje van het ei (het kantoorgedeelte en trainingscentrum) wordt gewerkt met flexibele vloeren.
Conceptdenken
Na de crisis is het conceptdenken in de bouw sterk toegenomen. Bouwpartijen komen met complete prefab concepten, veelal ontwikkeld in samenwerking met de toeleverende industrie en/of installatiebedrijven. Is dit het gevolg van slim bouwen? Lieverse: ‘Slimbouwen nodigt wel uit tot prefab concepten, maar het hoeft niet uitsluitend. Je moet ook op de bouwplaats zelf slim bouwen, zoals met een aangepaste tunnelgietbouw en prefab gevelsluitende elementen. Maar dan moet je wel zorgen dat traditionele werkzaamheden, zoals metselwerk, niet op het kritieke pad liggen. Het gaat erom dat bouwpartijen systematisch gaan denken en drager en inbouw gescheiden houden. Je zult dan bij tunnelgietbouw moeten nadenken over het bereikbaar houden van leidingen en kanalen.’
Het meest ver gaat het MorgenWonen-concept van VolkerWessels, waar in BouwTotaal nummer 11 van 2015 uitgebreid aandacht aan is besteed. In één dag wordt met prefab elementen een complete woning in elkaar gezet, inclusief badkamer, toilet en installaties. Door een open structuur en stekkerklare kabels en leidingen kan eind van de dag de vloerverwarming al aan. Twee weken later is de woning opgeleverd, inclusief vloerbedekking, keuken, aangelegde tuin en berging. Principe is wel dat de rijtjeswoningen dan allemaal dezelfde inrichting hebben.
Is dit een voorbeeld van Slimbouwen, vragen we aan de heren. ‘Het heeft veel kenmerken van Slimbouwen’, vindt Lichtenberg. ‘Maar de flexibiliteit in de gebruiksfase is – voor zover ik kan beoordelen – nog beperkt. Je kunt een niet-dragende wand verplaatsen en de leidingen zijn bereikbaar in de vloer en achter plinten, maar dan stopt het ook wel. Omdat badkamer, toilet en installaties allemaal als één unit op de bouwplaats komen en worden geplaatst, lijkt het me lastig later badkamer, toilet en installaties te verplaatsen. Uitbouwen kan momenteel ook nog niet, omdat de gevelelementen prefab zijn gemonteerd en op elkaar afsteunen. Je kunt je dus afvragen of de woningen levensloopbestendig zijn of geschikt voor functieverandering. Bovendien is de flexibiliteit hier vooral beperkt door het woningontwerp en niet zozeer door de techniek. Maar, het is natuurlijk wel een mooi concept met veel kenmerken van Slimbouwen, zoals efficiëntie door industrialisatie en reductie van tijd en kosten.’
Boven het kantoorgedeelte van nabij tijdens de uitvoering. Er zijn nog geen leidingen aangebracht. onder een afgewerkte topvloer met luiken om bij de leidingen te kunnen.
Beperkte flexibiliteit
Lieverse is ook enthousiast over het concept, maar zet vraagtekens bij de genoemde beperkte flexibiliteit. De keuzevrijheid voor kopers is zelfs nul. Volgens VolkerWessels heeft men gemerkt dat bewoners die keuzevrijheid hebben bij de indeling en afwerking van woningen voor circa 90 procent dezelfde keuzes maken. Daarom heeft het bouwbedrijf gezegd: dan maken wij die keuze voor de bewoners. Scheelt ook een hoop keuzestress. Lieverse ziet dat anders: ‘Ik denk dat we de consument zo ook niet leren om keuzes te maken. Wanneer je die keuzes helder maakt is die behoefte er wel degelijk. Als je als bouwklant tevoren weet dat je die vrijheid niet hebt en je koopt die woning dan is het niet vreemd dat je daar achteraf ook niet meer over zeurt. Maar dat uit te leggen als het hoeft ook niet, gaat me te ver. Het is conclusies trekken aan de hand van een antwoord dat er vooraf is ingelegd. Maar nogmaals alle respect voor het baanbrekende staaltje van bouw- en organisatietechnologie. Deze doorbraken hebben we nodig.’
Het MorgenWonen-project van VolkerWessels bevat veel elementen van Slimbouwen.
Toekomst Slimbouwen
Volgens de ‘slimme’ bestuursleden is de methodiek van Slimbouwen nu volwassen en compleet geworden. Het oogsten kan beginnen. ‘Kennisoverdracht blijft echter heel belangrijk. Vanuit de stichting stoppen we daar veel energie in.’
Inmiddels woont Lichtenberg met zijn vrouw sinds de herfst van 2014 in het toonbeeld van Slimbouwen in Nederland: de HoTT-woning (House of Tomorrow Today) in Sterksel. Deze woning is ook het eerste Active House nieuwbouwproject in Nederland, waarbij duurzaamheid, een comfortabel binnenklimaat en energieneutraliteit of zelfs energieleverend een belangrijk rol spelen. De succesverhalen rond dit project zijn breed uitgemeten in dit blad, maar wat zijn de leermomenten geweest? ‘In eerste instantie is het inderdaad een geslaagd project. Maar natuurlijk zijn er ook leermomenten. Ik had wat meer openheid en transparantie verwacht van de deelnemende partijen. Je ziet nog steeds dat men niet het achterste van de tong laat zien en ook niet zelf gewend is actief mee te denken. Men is nog gewend aan een aanbodmarkt, en niet een vraagmarkt. Dat heb ik onderschat en trek ik mezelf aan, ik had daar vooraf het project beter op kunnen inrichten. Dat is dan ook een belangrijk gegeven voor de toekomst. We moeten echt leren samen te werken en kennis te delen. Alleen dan wordt Slimbouwen een succes!’
Wie is FRED?
FRED staat voor de kernwaarden van Slimbouwen.
1. Efficiëntie door industrialisatie van het bouwproces
De scheiding van leidingen van de bouwkundige delen ondersteunt het industriële proces. Belangrijk daarbij is dat de installatietechniek niet alleen een fysieke plaats krijgt, maar ook een plaats in het proces. Industrialisatie voorkomt faalkosten, verhoogt de kwaliteit van de producten en maakt het bouwproces efficiënter en dus goedkoper.
2. Flexibiliteit / levensduurbestendig bouwen
De aanpasbaarheid van het gebouw naar andere functies en de mogelijkheid om comfort/kwaliteit te kunnen verhogen, verlengen aantoonbaar de levensduur van het gebouw. De gewenste flexibiliteit wordt bereikt door bijvoorbeeld de leidingen niet alleen een fysieke plek te geven, maar deze ook bereikbaar te houden in de gebruiksfase. Ook mag de constructie geen ‘sta in de weg’ vormen bij latere veranderingen. Met Slimbouwen worden vloeren lichter en slanker, met als voordeel ruimtebesparing en lagere eisen aan de ondersteuningsconstructies.
3. Reductie van materiaal en volume
Door het materiaalgebruik (lichter bouwen) en het volumegebruik (slanker construeren en detailleren) te reduceren nemen ook de hoeveelheid transport, fijnstof, bouw- en sloopafval, de energieconsumptie en CO2-uitstoot af. Een simpele knop om aan te draaien met grote positieve effecten op de milieubelasting.
4. Duurzaamheid
We zullen naar gebouwen moeten die het ook volgende generaties mogelijk maakt een comfortabel bestaan op te bouwen. Met flexibiliteit en reductie van materiaalgebruik zet je al een stap in de goede richting. Slimbouwen pretendeert echter ook daarenboven breder naar duurzaamheid te kijken. Zo ligt in combinatie met ActiveHouse een zero energy policy binnen handbereik. Slimbouwen sluit met flexibiliteit, toegankelijkheid, low impact voor de omgeving, onderhoudsvriendelijkheid, comfort en gezondheid en ook veiligheid, naadloos aan bij zogenaamde Sociale duurzaamheid. Dit item komt onder andere met het assessment tool AQSI steeds nadrukkelijker op de agenda.
Bouwt u ook slim? Meld u aan!
Hebt u ervaring met Slimbouwen? Meld u dan aan als deelnemer in Slimbouwen! De deelnemers in Slimbouwen steunen de filosofie van Slimbouwen. Zij zijn ervan overtuigd dat de bouwsector anders moet worden om ervoor te zorgen dat we een duurzame toekomst kunnen realiseren.
De deelnemers passen Slimbouwen toe in de praktijk. Slimbouwen vindt u zo terug in de producten, concepten en projecten waar de deelnemers bij betrokken zijn. Op de reguliere bijeenkomsten ontmoeten de deelnemers elkaar en wordt de onderlinge band versterkt en de onderlinge kennis vergroot. Een greep uit deze slimme projecten, producten, diensten en concepten vindt u terug in de etalage van Slimbouwen, op de website.
Stichting Slimbouwen
Einsteinbaan 1
Postbus 1127
3430 BC Nieuwegein
T + 31 (0)30 7509805
E info@slimbouwen.nl
I www.slimbouwen.nl